De nervus vagus, deel 2
Hypo- en hyper-modus
In het vorige blog hebben we het gehad over de nervus vagus en de verschillende onderdelen waaruit deze bestaat: het ventrale gedeelte (“I am”), het sympathische gedeelte (“I can”) en het dorsale gedeelte (“I can’t”). Het sympathische gedeelte wordt ook wel ‘hyper’ genoemd, en het dorsale gedeelte ook wel ‘hypo’. Het ventrale gedeelte van de nervus vagus is je gezonde zelf, je wilt er dus voor zorgen dat je je gedurende de dag zoveel mogelijk in dit gedeelte bevindt.
Het lastige van deze systemen is dat het ene het andere onderdrukt. Voornamelijk de hyper-modus is hierin overheersend. Als je je bijvoorbeeld veel in de hyper-modus bevindt, zul je minder goed slapen, minder goed herstellen, je voedsel lastiger verteren en meer moeite hebben met ontspannen.
Daarom is het belangrijk om ervoor te zorgen dat je zoveel mogelijk probeert om balans te houden in je staat van zijn. Het ventrale gedeelte, ofwel je gezonde zelf, ligt namelijk tussen ‘hyper’ en ‘hypo’ in, en is de optimale staat van de nervus vagus. Wanneer je veel in een hyper-modus zit, zal het voordelig werken om activiteiten te beoefenen die ervoor zorgen dat je meer afzakt naar een hypo-modus en andersom.

Voor velen klinkt dit als iets waar je pas rekening mee moet gaan houden als je ziek bent of als je in een burnout zit. Maar door je hierin te verdiepen en je leefstijl aan te passen op je behoeftes kun je preventief te werk gaan. Hopelijk kun je dan tot op zekere hoogte voorkomen dat je overspannen raakt.
Wat nou als je bijvoorbeeld een drukke dag op je werk hebt gehad en je wilt gaan sporten? Meestal horen we dan dat mensen even die energie ‘eruit’ moeten sporten. Is het dan slim om vanuit deze ‘hyper-modus’ nog even een extra intensieve HIIT-training (High Intensity Interval Training) te volgen? Of wat nu als je juist een beetje vermoeid wakker wordt? Is het dan wel zo slim om in die ‘hypo-modus’ een rustige yin-yoga te gaan doen terwijl je juist behoefte hebt aan energie?
